Daar zat hij, alleen op zijn kamer, de kleine Ferry. De wintertijd was al enkele weken ingegaan. Alleen de klok was teruggezet, maar echt vriezen wilde het nog niet. Guur en winderig was het wel! ‘Chillen en chatten’ op zijn mobiel zorgden er voor dat hij met iedereen contact dacht te hebben. Op school had juf verteld dat de tijd van verwachting weer begint. Tja, ze hadden net Sinterklaas gevierd met al die bont gekleurde Pieten. Vol verwachting had hij zijn verlanglijstje gemaakt. Een deel van die verwachting was ook uitgekomen. Vreemde vogel die Sinterklaas. En nu is het alweer bijna Kerst met ook zo’n vreemd verhaal over een kind dat in een stal geboren wordt en vervolgens in een voerbak voor dieren ligt te slapen. Dat zou een bijzonder mens moeten worden, waarvan sommige mensen zeggen dat het een godenzoon is. En dan vlogen er ineens zingende engelen door de lucht. Nou ja, dat was lang geleden, vroeger. Toch wilde Ferry ook wel eens zo’n engel ontmoeten, maar hij wist, dat je daarvoor een heel eind moest lopen. “Dat moet wel lukken!”
Voor zijn lange afstandwandeling pakte hij zijn rugzak, stopte er wat chocolade, koekjes en drinken in, trok zijn winterjas aan, deed zijn rugzak om en ging op pad: “Zo, ik ben er klaar voor om engelen te zien.” Na een paar straten gelopen te hebben kwam hij bij het park, waar hij een oude vrouw zag zitten genieten van de vogels. Hij ging naast haar zitten en pakte zijn chocolade uit zijn rugzak. De vrouw keek wat hongerig naar Ferry. Hij brak zijn chocola in stukjes en gaf haar ook wat. “Zo?!”, zei ze, “Heet jij Tony?” Verbaasd keek Ferry haar aan: “Nee, hoezo?” De oude vrouw lachte naar hem met een prachtige glimlach en zei: “Nou, kijk maar eens op het papier van je chocola: Tony’s Chocolonely. Ha, ha!” “Oh ja, dat koopt mijn moeder altijd, zo heet die reep nu eenmaal.”
De oude vrouw begon te vertellen over chocola, waar de cacaobonen groeien, hoe je er repen van kunt maken en dat Tony’s Chocolonely er voor zorgt dat de boeren in landen als Ghana een eerlijke prijs krijgen voor hun bonen en dat ze geen slaven in hun bedrijf hebben. Door de eerlijke verdienste kunnen hun kinderen naar school. Ferry luisterde geboeid naar haar en steeds, wanneer zij meer vertelde, gaf hij haar een stukje chocola of een koekje en wat drinken. Dan werd haar glimlach steeds mooier. “Kijk “, zei ze, “Op die wikkel van de reep, het doosje van de koekjes en het pakje drinken staat een teken van eerlijke handel. Dat noemen we: “Fair Trade”. “Oh, dat wist ik niet, maar wat goed, zeg! Het lijkt wel een soort Sinterklaas- en Kerstverhaal ineen. Dus door die Fair Trade zal de handel steeds eerlijker worden in de wereld en iedereen gaat dan echt eerlijk delen met elkaar? Zou de juf dat ook hebben bedoeld met ‘Verwachting’?”
Ferry werd helemaal blij van binnen, maar ook een beetje moe van die hele middag in het park. Toen het al wat schemerig werd stond hij op en wilde naar huis. De oude vrouw gaf hem nog één keer die glimlach, de mooiste die hij ooit gezien had. Hij rende terug en omhelsde haar, waarna hij snel naar huis ging. Hij dacht na over het verhaal van die oude vrouw. Thuis vertelde hij dat hij een oude vrouw had ontmoet in het park die heel mooi kon vertellen en als ze lachte leek ze net een engel, zo mooi.
“Pap”, mag ik je helpen met de kerstboom te versieren”. “Ja hoor, pak jij de piek maar, maar wel voorzichtig, hoor. Na de Kerst doe ik er altijd een papiertje om, zie je wel?” “Okay, je hebt hem in een Tony’s Chocolonely-wikkel verpakt, dat zie je zo. Goed bezig, Pap! Hangen we ook Fair Trade kransjes in de kerstboom, want da’s goed voor de boeren in Ghana. Na de Kerst ga ik mijn spreekbeurt er over houden.” ”Da’s mooi, Ferry, maar geef me nu dat engelenhaar eens aan?!
Theo Maat,
Lid Fair Trade Werkgroep Leusden
(illustratie door Erik Visser)